In 1951 werd Paysage Bords de Seine van Pierre-Auguste Renoir gestolen uit het Baltimore Museum of Art. Jarenlang was het spoorloos, maar in 2012 kocht een vrouw het voor een paar dollar op een vlooienmarkt. Nu blijkt dat het schilderij 100.000 dollar waard is en het gestolen werk betreft. Op 11 januari 2014 besloot een gerechtshof in Virginia dat het Baltimore Museum of Art nog altijd de rechtmatige eigenaar is.
In 2012 kocht de Amerikaanse Fuqua een doos spullen op een West Virginia vlooienmartk. Hiervoor betaalde zij 7 dollar. Hierin vond zij tussen een plastic koe en pop het kleine landschap, dat zij liet taxeren door het veilinghuis Potomack Company in de Amerikaanse staat Virginia. Daar werd vastgesteld dat het een origineel werk betrof van de impressionistische meester Pierre-Auguste Renoir (1841-1919). Fuqua besloot het werk te laten veilen in 2013, waar het nu vanaf $ 100.000 werd aangeboden.
De veiling werd echter tegengehouden door reporter Ian Shapira, Washington Post, die ontdekte dat het werk in 1951 was gestolen uit het Baltimore Museum of Art. Hij vond het vreemd dat het schilderij van de beroemde schilder op een vlooienmarkt was opgedoken en speurde onder ander in het archief van het museum in Baltimore. Hier trof hij geen informatie aan, totdat hij in de leenregisters het leenbewijs vond van het werk. De vrouw van een kunstverzamelaar, Saidie A. May, gaf het in bruikleen in 1950. Op dit document staat met pen geschreven dat het schilderij werd gestolen op 17 november 1951. (Let ook even op de details; Renoir schilderde het tafereeltje op een linnen servet.)
Op 11 januar 2014 besloot het gerechtshof in Virginia dat het schilderij nog altijd toebehoort aan het museum. De verzekeringsmaatschappij, die de schadeclaim van het museum na de roof vergoedde, ziet af van de rechten op het schilderij. Hetzelfde geldt voor het veilinghuis in Virginia. Het schilderij zou niet rechtmatig aan Fuqua behoren, omdat het niet van de rechtmatige eigenaar is gekocht (cirkelredenering). De ongetwijfeld teleurgestelde Fuqua kan nu nog een maand in hoger beroep gaan, maar de kans is groot dat het kleine landschap binnenkort na ruim zestig jaar weer in het Baltimore Museum of Art is te bewonderen.